Terug naar JARENLANGE EXPERTISE

Einde aan grote reserves onderwijsinstellingen?

Een reserve opbouwen is wenselijk en noodzakelijk. Een reserve geeft – juist nu – de mogelijkheid om leerlingen en studenten te blijven bedienen met goed onderwijs. Echter, het is de politiek een doorn in het oog dat de reserves van schoolbesturen de laatste jaren structureel zijn toegenomen. Deze toenemende reserves staan namelijk haaks op geluiden rondom de krappe bekostiging en achterblijvende investeringen in de huisvesting. Politieke partijen willen dat de bovenmatige reserve besteed zal worden aan de bekostiging van het onderwijs. In een recent begrotingsdebat van het ministerie van OCW heeft onderwijsminister Slob aangekondigd daar werk van te maken.

Hoe zit dat nu echt met de reserves?

Uit een onderzoek van de Onderwijsinspectie over de reserveposities per eind 2018 bleek maar liefst 90% van de samenwerkingsverbanden, 60% van de PO en 46% van de VO-scholen een hogere reserve hebben dan de geformuleerde signaleringswaarde. In navolging hierop schreef de PO-raad een brief gericht aan de samenwerkingsverbanden om in de begroting 2021 toe te werken naar een reserve welke in lijn ligt met de signaleringswaarde. Uit de jaarcijfers van DUO blijkt wel dat in 2019 een trendbreuk heeft plaatsgevonden; er is ingeteerd aan reserve. Al met al zit er nog veel geld in de sok.

Signaleringswaarde

De signaleringswaarde is door Onderwijsinspectie uitgewerkt in een formule (bron: kamerbrief signaleringswaarde voor mogelijk bovenmatig publiek eigen vermogen van onderwijsinstellingen, dd 29-06-2020). Voor schoolbesturen van po, vo, mbo, hbo en wo is de berekening als volgt:

[50% x aanschafwaarde gebouwen x 1,27 (indexatie 2018)] + [boekwaarde resterende materiële vastw activa] + [factor x totale baten].

Waarbij de factor afhankelijk is van totale baten:

  • een vaste factor van 5% als de baten groter zijn dan € 12M;
  • een variabele factor tussen de 10% en 5% bij baten van respectievelijk € 3M tot € 12M (dus voor elke € 1M lagere baten onder de € 12M en neemt de factor met ca 0,55% toe);
  • een vast bedrag van € 300.000 als de baten onder € 3M liggen.

Voor samenwerkingsverbanden is de signaleringswaarde gesteld op 3,5% van de totale baten of minimaal € 250.000.

De signaleringswaarde gaat een vast onderdeel van de financiële verantwoording worden. Vanaf het jaarverslag 2020 moet het bestuur zich verantwoorden over de bovenmatige reserve. Let wel, het is niet gezegd dat de signaleringswaarde daarmee de nieuwe norm is geworden. Er kunnen redenen zijn om meer reserve aan te houden. Wel zal de Onderwijsinspectie kijken naar de onderbouwing van de bovenmatige reserve (nb: alleen publiekelijk vermogen, geen privaat vermogen) èn of het geld daaraan wordt besteed.

Door goed naar eigen reservepositie te kijken in relatie tot de signaleringswaarde, ontstaan er wellicht inzichten in het vrijspelen van gelden voor de bekostiging van investeringen of nieuwe projecten. 

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact met ons op.

Voornaam*
Achternaam*
Velden met * zijn verplicht
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.